Polyethyleentereftalaat (PET) vereist nauwkeurige controle van de smelttemperatuur om consistent vloeigedrag, mechanische sterkte en oppervlakteafwerking te bereiken. Bij spuitgieten en extrusie varieert de smelttemperatuur doorgaans van 260°C tot 290°C, afhankelijk van IV (intrinsieke viscositeit), vochtgehalte en configuratie van de apparatuur. Door dit venster te behouden, blijven de polymeerketens intact en worden problemen zoals degradatie, vergeling of overmatige afschuiving verminderd.
PET is zeer hygroscopisch, wat betekent dat het gemakkelijk vocht opneemt. Als water zonder goede droging wordt verwerkt, veroorzaakt het hydrolytische afbraak bij smelttemperatuur, waardoor het molecuulgewicht afneemt en broze delen ontstaan. Het drogen van PET tot minder dan 50 ppm vocht vóór het smelten is essentieel voor stabiel smeltgedrag en sterke eindproducten.
PET-harsen met een hoge IV vereisen iets hogere smelttemperaturen om dezelfde vloei-eigenschappen te bereiken als PET-harsen met een lagere IV. PET van bottelkwaliteit (0,76–0,84 IV) wordt anders verwerkt dan PET van vezel- of technische kwaliteit. Het aanpassen van de temperatuurinstellingen op basis van IV zorgt voor een goede malvulling en cyclusefficiëntie.
Een te hoge schroefsnelheid of een lange verblijftijd verhoogt de smelttemperatuur tot boven de instelpunten. Dit kan PET aantasten, aceetaldehyde genereren en de helderheid beïnvloeden. Het optimaliseren van het schroefontwerp, de tegendruk en het schroeftoerental minimaliseert onnodige warmteontwikkeling en behoudt de harskwaliteit.
De volgende tabel vat typische verwerkingsomstandigheden samen die helpen de juiste smelttemperatuur te handhaven en defecten tijdens het vormen en extruderen van PET te verminderen.
| Verwerkingsaspect | Typisch bereik | Opmerkingen |
| Smelttemperatuur | 260°C–290°C | Lager voor standaardcijfers; hoger voor PET met hoge IV |
| Droogtemperatuur | 160°C–180°C | Zorg voor vocht < 50 ppm |
| Schimmeltemperatuur | 20°C–30°C | Hogere matrijstemperaturen verbeteren de helderheid |
| Schroefsnelheid | Matig | Vermijd overmatige schuifverwarming |
Veelvoorkomende smeltgerelateerde problemen zoals spreiding, broosheid, waas of kleurverandering komen vaak voort uit een onjuiste temperatuur- of vochtregeling. Als er defecten optreden, controleer dan eerst het vochtniveau, gevolgd door kalibratie van de smelttemperatuur, schroeftegendruk en verontreinigingsbronnen. Het handhaven van een consistente smeltkwaliteit zorgt voor een soepelere productie en een langere levensduur van de matrijs.